Het afsluiten van de Zuiderzee

Een ingrijpende verandering voor de natuur en de vissersgemeenschappen

Image

De afsluiting van de Zuiderzee

Op 28 mei 1932 werd een van de grootste waterbouwkundige projecten in Nederland voltooid: de afsluiting van de Zuiderzee. Met de aanleg van de Afsluitdijk tussen Den Oever (Noord-Holland) en Zurich (Friesland) veranderde de open Zuiderzee in het zoetwatermeer dat we nu kennen als het IJsselmeer.

De afsluiting had meerdere doelen. Allereerst moest het land beschermen tegen zware stormvloeden, die eeuwenlang voor veel schade en slachtoffers hadden gezorgd in de kustgebieden van Noord-Holland, Friesland en Overijssel. Daarnaast maakte de Afsluitdijk de weg vrij voor landaanwinning: de aanleg van nieuwe polders zoals de Wieringermeer, Noordoostpolder en later Flevoland. Zo ontstond er niet alleen meer veiligheid, maar ook vruchtbare landbouwgrond en ruimte voor nieuwe dorpen en steden.

Het afsluiten van de Zuiderzee betekende ook een ingrijpende verandering voor de natuur en de vissersgemeenschappen. Het zilte water van de zee veranderde langzaam in zoet water, waardoor de traditionele visserij op haring en ansjovis verdween. Daarvoor in de plaats kwamen nieuwe mogelijkheden, zoals de visserij op paling en snoekbaars.

De Afsluitdijk zelf is tegenwoordig een icoon van Nederlandse waterbouw en wordt gezien als een symbool van de strijd tegen het water. Naast zijn praktische functie als waterkering is het ook een belangrijke verkeersverbinding en een geliefde plek om de indrukwekkende vergezichten over het IJsselmeer en de Waddenzee te ervaren.

De aanleg van de Afsluitdijk

De bouw van de Afsluitdijk begon in 1927 en duurde vijf jaar. Het was een gigantische onderneming, waarbij duizenden arbeiders, ingenieurs en machines werden ingezet. Het werk gebeurde vanaf beide kanten – zowel vanuit Noord-Holland als Friesland – en in het midden werden de dijkdelen uiteindelijk met elkaar verbonden.

De dijk is 32 kilometer lang, gemiddeld 90 meter breed en steekt ongeveer 7,25 meter boven zeeniveau uit. Voor de aanleg werden miljoenen kubieke meters zand en klei gebruikt, verstevigd met basaltblokken aan de buitenkant om de kracht van de zee te weerstaan.

Belangrijk bij de aanleg waren ook de sluizen en spuisluizen, zoals bij Den Oever en Kornwerderzand. Deze zorgen ervoor dat het overtollige water uit het IJsselmeer kan worden afgevoerd naar de Waddenzee. Daarnaast werden er wegen aangelegd over de dijk, zodat de Afsluitdijk niet alleen een waterkering werd, maar ook een belangrijke verkeersverbinding tussen Noord-Holland en Friesland.

De officiële sluiting vond plaats op 28 mei 1932, toen het laatste gat in de dijk bij Vlieter werd gedicht. Vanaf dat moment was de Zuiderzee voorgoed afgesloten van de Noordzee en begon de nieuwe geschiedenis van het IJsselmeergebied.