Breedbladige Lathyrus

De brede Lathyrus (Lathyrus latifolius) is een vaste klimplant met breedgevleugelde, 0,6-3 m lange stengels die over de grond kruipen of klimmen als ze een steun hebben gevonden. De steunblaadjes zijn 3-6 cm lang, lancet- tot eirond of halfspiesvormig en meer dan half zo breed als de stengel. De bladeren hebben een gevleugelde bladsteel en bestaan uit twee lintvormige tot eironde of elliptisch-ronde, 4–15 cm lange, vijfnervige, blauwgroene blaadjes.

Breedbladige Lathyrus

De brede Lathyrus bloeit van mei tot augustus. De bloemen groeien met vijf tot vijftien stuks in trossen. De bloemkroon is karmijnrood en 2–3 cm lang. De kelktanden zijn ongelijk van lengte. De vruchten zijn 5-11 cm lange, gladde, bruine peulvruchten.

De brede Lathyrus komt voor in Midden- en Zuid-Europa tot in Noord-Frankrijk en het Middellandse Zeegebied. In België, Duitsland en Engeland is de soort ingeburgerd. Hij komt voor in graslanden, wegbermen en struikgewas.

Deze soort is ook als sierplant in cultuur. Hij kan temperaturen tot -25 °C weerstaan. Als snijbloem is hij niet geschikt, omdat de bloemen in een vaas te snel verwelken.

Bron: Wikipedia

 

Bosvergeet-mij-nietje

Het bosvergeet-mij-nietje (Myosotis sylvatica) is in Europa in tuinen een veel voorkomende plant met blauwe bloemen uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae). In tuinen komen ook vormen voor met witte en rozerode bloemen. Ook zijn er gekweekte cultivars met meer dan vijf kroonslippen en met min of meer gevulde bloemen. Deze verwilderen vaak.

Bosvergeet me nietje

In Nederland komen alleen in Zuid-Limburg op bosrijke heuvels echt wilde bosvergeet-mij-nietjes voor. Het bosvergeet-mij-nietje is tweejarig (soms meerjarig) en vraagt een losse, humusrijke grond op een zonnige plaats. De plant wordt ongeveer 15-20 cm hoog.

Bosvergeet me nietje2

De bloeitijd is van april tot augustus. De bloemen zijn klein en variëren in grootte van 5-8 mm. De bloemkroon is vlak. 
Na de zaadvorming sterft de plant af. Hij zaait zich echter zeer gemakkelijk uit en kan dan overal in de tuin weer opkomen. In een gram zaad zitten ongeveer 1200 zaden.

Het Bosvergeet-mij-nietje lijkt sterk op het Akkervergeet-mij-nietje (Myosotis arvensis). Het Bosvergeet-mij-nietje is een kensoort voor de klasse van de eiken- en beukenbossen op voedselrijke grond.

Bron: Wikipedia

 

Bosandoorn

De bosandoorn (Stachys sylvatica) is een overblijvende plant uit de lipbloemenfamilie (Labiatae oftewel Lamiaceae).

De taaie stengels zijn ruwbehaard en vierkantig. De hoogte is 30-120 cm. De bosandoorn groeit op beschaduwde plaatsen in met name bossen en heggen. Bij kneuzing van de plant scheidt deze een onaangename geur af. De bladeren zijn langgesteeld, eirond en gekarteld en gezaagd.

Bosandoorn

De tweelippige bloem is purperachtig bruin met witte vlekjes en heeft een doorsnede van 1-1,5 cm. De kelk heeft vijf smalle tanden en beschikt over klierhaartjes. Er worden schijnkransen gevormd van zes bloemen samen, die zich openen van juni tot augustus. De vrucht bestaat uit vier nootjes.

Bron: Wikepedia

 

Bosanemoon

De bosanemoon (Anemone nemorosa) is een lage vaste plant uit de ranonkelfamilie (Ranunculaceae). Het is een geofyt met een wortelstok.

De bosanemoon groeit meestal in grote groepen. De planten hebben drie hoogtebladeren op de bloemstengels met witte bloemen en worden 10–25 cm hoog.

De bosanemoon heeft een wortelstok, die dicht onder het grondoppervlak loopt en witte knoppen heeft. Op de wortelstok staan de bladeren.

Bosanamoon

De bloemen van de bosanemoon zijn tweeslachtig. De bloeistengels dragen meestal maar één bloem, zelden zijn het er twee. De halfknikkende tot rechtopstaande bloemen zijn wit, vaak iets roze of paars aan de onderkant en 2–4 cm groot. Meestal hebben de bloemen zes tot acht kale bloemdekbladen, soms tot twaalf. De omwindselbladen hebben een 1–2 cm lange steel en zijn 2–4 cm lang. De bloempjes hebben een groot aantal meeldraden met gele helmknoppen en een groot aantal stampers.

Bron: Wikipedia

 

Bosaardbei

De bosaardbei (Fragaria vesca), is de wilde tegenhanger van de cultuuraardbei. Maar waar de cultuuraardbei een kruising is tussen soorten, is de bosaardbei een botanische soort. De bosaardbei wordt ook wel kleine bosaardbei genoemd, ter onderscheid van de grote bosaardbei (Fragaria moschata).

Bos aardbei

De bosaardbei groeit in bijna heel België en Nederland, vooral in bosgebieden en meestal op een ietwat vochtige zandgrond in gefilterd zonlicht. De plant heeft kleine witte bloemen. De samengestelde, drievoudige bladeren zijn glanzend en hebben een gezaagde rand.

De vruchten, eigenlijk zijn het schijnvruchten, verspreiden een zoetige geur. Ze zijn eetbaar, maar zijn kleiner dan die van de cultuuraardbei.

Bos aardbei2

De bosaardbei kan makkelijk verward worden met de schijnaardbei. Deze komt veel voor in parken, en is herkenbaar aan zijn gele bloemen.

Bron: Wikipedia