Muur

Muur (Stellaria) is een geslacht van kruidachtige planten uit de anjerfamilie (Caryophyllaceae). Het geslacht komt wereldwijd voor met zo'n 175 soorten. De meeste soorten hebben vijftallige, witte kroonbladen.

Muur

De botanische naam Stellaria is afgeleid van het Latijnse 'stella' en betekent 'kleine ster', verwijzend naar de bloemvorm. De etymologie van de Nederlandse naam is onbekend.

Muur wordt gebruikt als waardplant door de larven van sommige motten zoals de grijze stipspanner (Idaea aversata).

Bron: Wikipedia

 

Muizenoor

Muizenoor (Hieracium pilosella, synoniem: Pilosella officinarum) is een plant die behoort tot de composietenfamilie (Asteraceae). Het is een lage, bodembedekkende, vaste plant met uitlopers. De stengel ontspringt vanuit dit bladrozet en wordt maximaal 30 cm lang.

Muizenoor

De bladeren zijn behaard en boven breder dan onder. Omdat de behaarde bladeren doen denken aan een muizenoor heeft de plant hieraan zijn Nederlandse naam te danken. De bladeren liggen in een bladrozet.

De bloeitijd is van mei tot juni. De bloemen zijn citroengeel, maar als deze nog in de knop zitten zijn ze (vooral aan de buitenzijde) rood met geel. De vrucht is een nootje met vruchtpluis.

Muizenoor groeit het best op droge, zure of kalkhoudende bodems, en altijd op zonnige plaatsen.

Bron: Wikipedia

 

Moerasspirea

De moerasspirea (Filipendula ulmaria) is een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het is een rechtop groeiende, 0,6-2 m hoge plant.

Moerasspirea

Moerasspirea's hebben talrijke roomkleurige, 0,4-1 cm brede bloemen met vijf kroonblaadjes, die sterk naar amandel geuren. De bloem bevat veel meeldraden, die ongeveer twee maal zo lang zijn als de kroonblaadjes

De bloemen vormen schermvormige trossen die bloeien van juni tot in augustus en september.

De bladeren zijn afgebroken (oneven)geveerd en hebben een groot topblaadje, dat handvormig gespleten is. Er zijn twee tot vijf paar blaadjes, die dubbel getand en eirond zijn. Aan de onderzijde zijn ze viltig behaard en grijsachtig. De bladeren aan de opvallend rode stengel staan verspreid en hebben aan de voet van de bladsteel twee steunblaadjes.
De vruchtjes zijn spiraalachtig gewonden en ongeveer 2 mm groot.

Bron: Wikipedia

 

Moeraswederik

Moeraswederik (Lysimachia thyrsiflora) is een vaste plant die behoort tot de sleutelbloemfamilie. De plant komt van nature voor in Eurazië en Noord-Amerika. Hij staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen. In België is de soort sterk afgenomen. Hij komt zeldzaam voor in de Kempen en is elders zeer zeldzaam.

Moeraswederik2

Moeraswederik komt voor langs de waterkant, in veenmoerassen en op drijftillen. De plant wordt 30 - 60 cm hoog en heeft een wortelstok met ondergrondse uitlopers. Op de kale stengels zitten bruine klierpuntjes. De tegenover elkaar staande, zittende, halfstengelomvattende, 5 - 16 cm lange en 0,5 - 6 cm brede bladeren zijn lancet- tot lijnlancetvormig en hebben zwarte klierpuntjes.

Moeraswederik

De plant bloeit van mei tot in juli met gele, 4 - 6 mm grote bloemen, die in lang gesteelde, dichte , 1 - 3 cm lange trossen staan. De bloemen zijn 5-, 6- of 7-tallig. De spitse kelkslippen zijn lijnvormig. De kroonslippen met rode punten aan de top zijn lijnvormig en worden afgewisseld met kleine tanden. De meeldraden zijn bijna twee keer zo lang als de kroonbladen.

De vrucht is een 2,5 mm grote doosvrucht met een centrale zaaddrager. Op de vrucht zitten donkergekleurde puntjes.

Bron: Wikipedia

 

Moerasrolklaver

Moerasrolklaver (Lotus pedunculatus, synoniemen: Lotus uliginosusLotus major) is een overblijvende plant die behoort tot de vlinderbloemenfamilie (Leguminosae). De soort komt van nature voor in Eurazië en Noord-Afrika. De soort werd tussen 1859 en 1862 voor het eerst in Nederland ontdekt bij Loenen. De plant werd in het toen net nieuwe en snel populair wordende boekwerk 'De flora van Nederland', door C.A.J.A. Oudemans opgenomen als nieuwe inlandsche plant. De moerasrolklaver wordt daar 'Groote rolklaver' (Lotus major) genoemd.

Moerasrolklaver 1

De plant wordt 30-100 cm lang, heeft gestreepte, behaarde, opstijgende of klimmende, vaak holle stengels en vijftallig samengestelde bladeren. De blaadjes zijn aan de randen behaard met lange afstaande haren. De plant vormt ondergrondse uitlopers. Op de wortels komt een blaasvormige mycorrhiza voor.

Moerasrolklaver bloeit van juni tot augustus met gele of roodaangelopen bloemen. De kelktanden staan voor de bloei stervormig uiteen. De kroonbladen zijn ongeveer 11 mm lang. De bloemen staan met vier tot veertien bloemen in een hoofdje.

Moerasrolklaver2

De vrucht is een ronde, 15-25 mm lange peul. De zaden zijn groengeel tot donkerbruin.

De plant komt voor tussen het gras, aan waterkanten en opengekapte plekken op vochtige tot natte, zwak zure (pH van 4,5-7,5), matig voedselrijke grond.

Bron: Wikipedia