Groot Kaasjeskruid

Het groot kaasjeskruid (Malva sylvestris) is een 1-1½ m hoge vaste plant uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae).

Groot Kaasjeskruid

Regionale namen zijn onder meer hemdeknoopjes, juvverrooske, kasekenskruid, kattekaasjes, kerkbloem, mastellekens, mastellekenskruid en pastellekens. De naam kaas is afgeleid van de vruchtvorm, die iets van een Goudse kaas weg heeft.

Groot Kaasjeskruid2

De plant heeft drie- tot zevenlobbige, handvormige bladen. De 2,5-4 cm grote, roze bloemen hebben veel meeldraden, die tot een androgynofoor samengegroeid zijn. De bloemen groeien met twee of meer bijeen in de bladoksels. De bloeiperiode loopt van mei tot in september. De vijf roze kroonbladen zijn iets ingesneden en hebben donkere strepen. De vrucht is een splitvrucht.

 

Groot Kaasjeskruid3

Bron: Wikipedia

 

Groot Hoefblad

Groot hoefblad (Petasites hybridus) is een plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). Het is een in België en Nederland voorkomende plant met zeer grote bladeren die langs oevers van water groeit. De lange steel (tot 1 m hoog) met rozeachtige bloemen in een aar verschijnt voor de bladeren, die eind april, begin mei, uit de grond komen. Groot hoefblad is tweehuizig.

 Groot Hoefblad

Langs het water is groot hoefblad een mooie plant, maar de soort wordt beschouwd als een zeer lastig onkruid door de wortelstokken die moeilijk te verwijderen zijn. Daarom wordt de plant ook wel allemansverdriet genoemd.

Groothoefblad2

Bron: Wikipedia

 

Gewone Smeerwortel

De Gewone smeerwortel (Symphytum officinale) is een vaste plant uit de ruwbladigenfamilie (Boraginaceae). Deze soort is in België en Nederland een algemeen voorkomende plant in ruigtes, bermen, op dijken en bij slootkanten. Dit geldt voor geheel Europa met uitzondering van het hooggebergte. De plant is in Noord-Amerika ingevoerd en verwilderd.

Gewone Smeerwortel

De plant wordt 40–100 cm hoog met van mei tot augustus witte, roze of paarse, dicht opeen in een hangende tros gegroepeerde bloemen. De bloemen zijn klokvormig, 2–4 cm groot. De kelkbladen zijn spits, en 1/3 van de buisvormige, vergroeide kroonbladen.

Gewone Smeerwortel2

Zowel de stengel als de lancetvormige bladeren zijn ruwbehaard. Het wortelblad is het grootst, dit kan 25 cm lang zijn. De hogere bladeren zijn gevleugeld langs de stengel, dat wil zeggen: het blad loopt door langs de stengel tot het vorige blad. De bladeren zijn aan de onderzijde geaderd.

De ronde, holle stengels zijn vertakt. De wortel is van buiten zwart, van binnen wit.

Bron: Wikipedia

 

Grasklokje

Het grasklokje (Campanula rotundifolia) is een vaste plant uit de klokjesfamilie (Campanulaceae). In Nederland is de plant vanaf 1 januari 2017 niet meer wettelijk beschermd. De plant wordt tussen de 10 en 50 cm hoog. De bloemkroon is meestal blauw, maar soms wit. De bloemkroon heeft de vorm van een klok en telt vijf lobben. De bloemkroon wordt tussen de 1 en 2 cm lang en knikt. De kelkslippen zijn priemvormig. De stengelbladen zijn lijn-lancetvormig en de bladrand is ongetand. De bloemen staan in een pluim. De rozetbladeren zijn rond van vorm en hebben een hartvormige voet. De bladrand is gekarteld.

Er worden verschillende ondersoorten onderscheiden. Zo heeft Campanula rotundifolia subsp. baumgartenii een kantige stengel, stengelbladen die relatief groot zijn en bloemknoppen die variëren van rechtopstaand tot knikkend. Bij Campanula rotundifolia subsp. rotundifolia staan die altijd recht omhoog en is de stengel rond. Verder zijn de stengelbladen gemiddeld ook groter bij Campanula rotundifolia subsp. baumgartenii

Grasklokje 

Het grasklokje komt voor in de koude en gematigde streken van het noordelijk halfrond. In de Benelux groeit de soort op goeddoorlatende grond. Zo komt de plant voor op zandgrond, krijthellingen en ook op stenige plaatsen, taludbeddingen van spoorwegen en in rotsspleten. De plant staat veelal in graslanden zolang deze niet te veel worden bemest en het gras niet te hoog wordt. In Nederland komt de plant vooral voor op zandgronden en in Zuid-Limburg. In België is de soort algemeen tot vrij algemeen.

Het grasklokje gaat zowel in Nederland als België in aantal achteruit. Vermoedelijk ligt de oorzaak in de sterke bemestingsdruk waardoor concurrerende grassen bevoordeeld worden.

Bron: Wikipedia

 

Gewone Salomonszegel

De gewone salomonszegel (ook wel: veelbloemige salomonszegel) (Polygonatum multiflorum) is een giftige, vaste plant, die tegenwoordig gerekend wordt tot de aspergefamilie (Asparagaceae). Als stoffen komen onder meer saponinen en flavonoïden voor. De plant komt van nature voor in Eurazië en Noord-Amerika. De plant wordt ook als snijbloem geteeld en in de siertuin gebruikt.

Gewone Salomonszegel

De plant wordt 30-60 cm hoog en heeft tussen de bladeren een ronde stengel. De stengels hangen over. De bladeren zijn langwerpig tot elliptisch. De plant vormt een witte, op de knopen verdikte wortelstok (rizoom). Elk jaar valt de oude stengel van de wortelstok af en wordt het volgende jaar op de verlenging van de wortelstok een nieuwe stengel gevormd. Door de talrijke vaatbundels in de verdikte knoop lijkt de plaats waar de stengel is afgevallen op een zegel.

Gewone Salomonszegel2

De gewone salomonszegel bloeit in mei en juni met hangende, witte bloemen, die een groen puntje hebben.

De giftige, zeer zoet smakende vrucht is een zwartblauwe, berijpte bes. De vrucht is rijp vanaf half augustus tot half september. 
De plant komt voor op vochtige, matig voedselrijke grond in bossen, hakhout en in de schaduw aan slootkanten.

Gewone Salomonszegel3

De plant kan voor medicinale doeleinden gebruikt worden en wordt toegepast bij zweren, fijt, negenogen en blauwe plekken.

Bron: Wikipedia